Bezocht datum

01-03-2025

HeizelstadionNiets is zo teleurstellend als een volledig afgesloten stadion waar je speciaal voor bent om gereden. Echt alles dicht is verlies accepteren en dan maar hopen dat bij de volgende gelegenheid tóch ergens die ene deur openstaat. Echt pijnlijk wordt het wanneer die ene aanwezige man of vrouw slechts één taak heeft zonder enige beleving of inlevingsvermogen.

Hoe vaak wordt de vraag gesteld welk stadion je echt moet bezoeken als je in de buurt bent. Dan vertel je honderduit over die ene club waar je zo gastvrij werd ontvangen. Vijf minuten binnenkijken om een paar foto’s te maken werd liefst een uur omdat die ene aanwezige man of vrouw onverwacht maar met inlevingsvermogen en veel enthousiasme een rondleiding gaf door het hele stadion en je zelfs een sjaaltje van de club meekreeg, als aandenken. Of bij die ene club waar je zelfs, na een rondleiding, een gesigneerd shirt meekreeg. Andere clubs hebben de deuren van hun stadion gewoon openstaan zodat je even rustig een rondje kan lopen. Het levert zoveel sympathie op, hoe groot of klein een club ook is. En dat neem je dus mee in de verhalen.

De Kleine Heizel
Wat je dus ook meeneemt zijn de verhalen waar je absoluut niet binnen mocht komen. Clubs waar de (meestal) dame van de receptie zelfs de moeite niet neemt om contact op te nemen met iemand van de club om even de deur open te gooien. Overigens zijn de verhalen dan wel weer leuk(er) als blijkt dat er ergens tóch een deur open staat. Maar op enige sympathie hoeft de club niet (meer) te rekenen. Of zoals Sjaak Swart het ooit treffend kon verwoorden na een teleurstelling: “Ik hoop dat de club degradeert!” Maar hoe gaat het dan wanneer een stadion geen vaste bespeler heeft?

HeizelstadionTwee jaar eerder stond ik al eens voor gesloten deuren. Het Koning Boudewijn Stadion, of ‘Stade Roi Baudouin’ zoals de Fransen zeggen, was de eerste stop van een weekend groundhopping en -spotting in Brussel en op voorhand hield ik er al rekening mee dat het lastig kon worden om het nationaal stadion van België in te komen. Maar als je er dan toch bent, dan is zaterdagochtend 9.00 uur niet per sé het meest gelukkige moment. De eerste poging was binnen te komen via een sport-/boksschool wat in het stadion zit. Dit is het enige stukje waar je binnen de hekken van het terrein kan zijn maar helaas: Deur gesloten. Tweede poging was meelopen met een vrachtwagen wat via een zij-ingang het terrein op reed maar de beveiliging stond mij om de hoek al op te wachten. En Brusselaren spreken dán alleen Frans. De laatste poging werd trekken aan elke deur. Nee, ‘er staat altijd wel een deur open’ ging niet op bij het Koning Boudewijn Stadion.

29 mei 1985. Als jochie van twaalf mocht ik voor het eerst opblijven om de Europacup 1 finale tussen Liverpool en Juventus te zien. Maar een uur voor de aftrap braken er rellen uit toen dronken Liverpoolsupporters het neutrale vak met fans bestormden dat met supporters van Juventus was gevuld. Daarbij kwamen 39 mensen om het leven, van wie 32 Italianen, en raakten ongeveer 400 mensen gewond. Beelden van de grote ogen die tussen de hekken door om hulp schreeuwden, mensen die op reclameborden naar het veld werden gedragen, de angst, de paniek en het ongeloof, die surrealistische beelden zijn mij altijd bijgebleven en hadden zowel het voetbal in het algemeen als mijn gevoel voor fanatisme voorgoed veranderd. Mensen die je niet kent zo diep haten omdat zij een ander shirtje dragen is iets wat ik nu nog steeds niet kan én wil begrijpen.

Maar nu, veertig jaar na het Heizeldrama, sta ik bij de laatste speelminuten van een kelderklassewedstrijd wat wordt gespeeld in ‘De Kleine Heizel’, een leuk stadionnetje voor zo’n 8.000 man maar waar nu vermoedelijk enkele vrienden en familieleden staan. Mijn maatjes schieten alle kanten op om dit charmante stadion vast te leggen maar mijn gedachten reiken naar die grote kist op de achtergrond als ik ineens, in mijn ooghoeken, drie straatschoffies onder een hek zie kruipen. En even later vouwt mijn lichaam zich ook door dit losgewrongen stuk hek waardoor ik op een soort mini oprijlaan terecht kom. En gelijk valt mij op dat het einde van deze oprijlaan naar rechts afloopt waardoor het grote stalen hek niet lekker aansluit. Sterker, halverwege zie ik al dat zelfs mijn lichaam hier met groot gemak tussendoor kan. “Hmmm, is dat die ene deur…?” en gelijk draaien alle radartjes in mijn hoofd op vol vermogen. “Ga ik alleen of ga ik de rest halen?”

Heizelstadion
Terug op De Kleine Heizel roep ik een van mijn maatjes van wie ik weet dat die wel van een beetje avontuur houdt. “We hebben misschien een ingang!” Net zo enthousiast op misschien die ene kans rennen we naar de eerste ingang en voor de derde maal vouw ik door het losgewrongen stuk hek. Ook de tweede hobbel blijkt inderdaad eenvoudig te nemen waardoor we nu binnen de hekken van het Grote Heizel zijn. “Nu nog een open deur zien te vinden.” Net op dat moment rennen de Brusselse straatschoffies ons voorbij om snel onder het stalen hek door te kruipen. We kijken elkaar aan, lachen even naar elkaar…: “We hebben blijkbaar maar weinig tijd!” We rennen naar de hoek waar die jochies vandaan kwamen en vinden daar inderdaad een openstaande deur. Snel proberen we onze maatjes te bellen die nog altijd rustig wandelen over het veld van De Kleine Heizel. Wij hebben echter geen tijd om te wachten en rennen naar binnen.

Veertig jaar na het Heizeldrama sta ik in het stadion wat in mijn jeugd een niet uit te wissen indruk heeft achter gelaten. Dat het stadion al twee keer is gerenoveerd en inmiddels is omgedoopt tot Koning Boudewijn Stadion haalt de historie niet van dit stadion. Mijn maatje heeft inmiddels het vak verlaten en rent richting lange zijde. In gedachten zie ik de beelden weer. Dit was de plek, aan deze kant van het stadion, waar het drama zich destijds afspeelde. Aan mijn rechterkant ‘Vak Z’ wat toen het veilige buffervak moest zijn maar volstond met Italianen die in Brussel woonden. Aan het eind van deze tribune heeft het muurtje gestaan wat onder druk bezweek waardoor mensen vielen en uiteindelijk werden vertrapt. En links van mij dringt mijn maatje net zo gemakkelijk als veertig jaar geleden het volgende vak binnen. Eigenlijk is het bizar dat de beveiliging toen, in de hoogtijdagen van het hooliganisme, zo slecht was. Op dat moment zie ik een beveiliger mijn maatje letterlijk in de kraag grijpen.

Heizelstadion
Een dreigende blik van de beveiliger is voldoende om te accepteren dat ons spel al binnen een paar minuten uitgespeeld is. Maar ik ben binnen geweest en ik heb zelfs een paar foto’s kunnen nemen. Terwijl ik richting de beveiliger loop en daardoor ook twee vakken doorkruis, haal ik de memorycard uit mijn fototoestel en vervang deze voor een lege card. Het is al eens eerder gebeurd dat ik onder een wakend oog alle foto’s moest verwijderen en daarmee het hele weekend tot-dan-toe alleen nog in de herinnering kon vasthouden. In dreigende Franse taal wordt ons duidelijk gemaakt dat wij ons op verboden terrein bevinden, zo goed blijkt ons Frans wel te zijn. Weer buiten de muren van het stadion rent mijn maatje, met de mobiel aan het oor, terug naar het hek van onze illegale toegang. Maar onze keuvelende reisgenoten zonder haast zien we net via die ene openstaande deur het stadion binnenlopen. De beveiliger probeer ik af te leiden door te vragen waar we het terrein af kunnen. Zijn ogen spuwen vuur en terwijl hij ineens in het Engels aangeeft dat het hem niet kan schelen hoe wij van het terrein komen, belt hij de politie. Dit was blijkbaar niet de juiste vraag op het juiste moment….

HeizelstadionMijn drie reisgenoten komen weer uit het stadion en de twee nog altijd zonder enig besef of paniek wandelen rustig babbelend over, vermoedelijk, de wasvoorschriften van voetbalshirts, richting het hek van de oprijlaan. Naast mij staat een hevig gebarend uniform Frans te spreken met iemand aan de andere kant van zijn mobiel. Als we als groep weer compleet zijn duiken we een-voor-een weer onder het hek om via de oplopende oprijlaan terug te lopen naar de illegale toegang van De Kleine Heizel. Mijn avontuurlijke maat en ik geven elkaar een boks: “Maar we zijn binnen geweest!” Tien minuten later rijden we langs het inmiddels overbekende oprijlaantje en zien we bijna vol medelijden de beveiliger bij het hek boven het aflopende deel van dit pad, met z’n mobieltje nog altijd aan het oor en ondertussen druk gebarend staan. Die beste man had maar één taak….. En net als veertig jaar geleden faalt de beveiliging van ‘den Heizel’ opnieuw.

 

Fotogalerij

  • Heizelstadion
  • Heizelstadion
  • Heizelstadion
  • Heizelstadion
  • Heizelstadion
  • Heizelstadion
  • Heizelstadion
  • Heizelstadion
  • Heizelstadion
  • Heizelstadion
  • Heizelstadion
  • Heizelstadion
  • Heizelstadion
  • Heizelstadion
  • Heizelstadion
  • Heizelstadion
  • Heizelstadion
  • De Kleine Heizel
  • De Kleine Heizel
  • De Kleine Heizel
  • De Kleine Heizel

Deel deze pagina