Cambuur programma 2.jpg

Vrijdagavond in Leeuwarden. Cambuur – Jong Utrecht. Het stadion vol, zoals altijd. Links naast mij vroeg iemand: “Hoe heet die wissel eigenlijk?”

Ik wist het niet. Dus draaide ik me om, pakte het programmaboekje dat elke wedstrijd achteloos achter ons op de plank ligt, en gaf het aan hem. Hij bladerde, vond de naam, knikte tevreden. Toen hij het terug wilde geven, zei ik: “Hou maar…”

Dat was het moment. Want ik wíst dat het boekje niet van mij was. Ik wíst dat de man naast me er alles aan hechtte. En precies daarom zei ik het.

Zijn reactie kwam als door een wesp gestoken. Verbaasd dat ik ZIJN boekje zomaar weggaf. Kwaad dat ik ZIJN boekje zomaar weggaf. Hij hapte in mijn grap alsof het een tackle was op kniehoogte.

“Dertig seizoenen programmaboekjes,” beet hij me toe. “Allemaal keurig ingebonden.”

Ik zag het voor me: een woonkamer vol planken, kaften in clubkleuren, een leven vastgelegd in nietjes en dun papier. Elk boekje een bewijs dat hij er was, dat hij het gezien had.

En ik dacht aan Engeland. Aan Alfreton Town, waar een archivaris in een hokje zit. Die heeft minstens één programmaboekje van elke club in het land. Alleen zijn administratie is minder strak dan die van de man naast mij. Daar liggen de boekjes in dozen, half opgestapeld, met koffievlekken en ezelsoren.

Misschien is dat wel de kern van voetbal: niet de glorie, niet de doelpunten, maar de verzamelwoede. Het vasthouden van iets kleins, omdat je weet dat het groter is dan jezelf.

Alfreton Town 1.jpg
Stadionautist kijkt naar het voetbal zoals het echt is: rommelig, ontroerend, absurd. En precies daarom de moeite waard.

Deel deze pagina