Bezocht wedstrijd
Bezocht datum
GelreDome: Een Voetbalbeleving in Vijf Aktes
Acte I: Expositie – Welkom in Wonderland
Er zijn avonden waarop je als voetbalromanticus jezelf voor de gek houdt. Avonden waarop je denkt: misschien valt het deze keer me. Misschien voelt het wél als een stadion. Misschien heeft iemand inmiddels begrepen dat voetbal gespeeld hoort te worden onder floodlights die de weg wijzen, masten die als stille wachters de duisternis trotseren en zeggen: "Hier, hier gebeurt het vanavond."
Maar dan kom je aan bij GelreDome.
En dan weet je: Je hebt jezelf weer mooi om de tuin geleid.
De omloop van het GelreDome voelt alsof je verdwaald bent in de gang van een provinciaal theater dat ooit droomde van grootsheid maar bleef steken bij middelmatigheid. Aan de muren hangen posters. Grote posters. Trotse posters. Bruce Springsteen staart je aan met die blik van "Ik heb hier ooit Born to Run gespeeld en sindsdien probeer ik het te vergeten." Paul McCartney glimlacht flauw, alsof hij zich afvraagt waarom hij na The Beatles hier tussen de frituurluchten terecht is gekomen. Lionel Richie kijkt alsof hij All Night Long voor de vijfhonderdste keer moet zingen en Snollebollekes... nou ja, Snollebollekes past hier eigenlijk perfect.
Want dat is precies wat GelreDome is: een theater dat zichzelf héél serieus neemt terwijl de rest van Nederland grinnikt.
"Het grootste theater van Nederland," staat er trots op de posters. En het mooie is? Ze hebben gelijk. Het is een theater. Een schouwburg waar niet wordt geacteerd alsof het theater is. Nee, het ís theater. De hele boel is één grote voorstelling. Een klucht zelfs, met wisselende hoofdrolspelers, incidenteel goed script, vaak drama, en altijd, altijd een publiek dat blijft komen opdagen ondanks dat de recensies wisselend zijn.
Het décor is gezet. De stoelen zijn gevuld. De voorstelling kan beginnen.
Acte II: Stijgende Spanning – FC Hollywood aan de Rijn en de Bijna-Dood
Vitesse. Ach, Vitesse. De club die zichzelf soms gedraagt als Goede tijden, slechte tijden, maar dan met nog minder logische plotwendingen. De club waar rust een vies woord is en chaos het huisreglement. 'FC Hollywood aan de Rijn', zo noemen ze het, en eerlijk gezegd: de bijnaam past als een handschoen zonder vingers. Het klopt, maar je voelt je er niet helemaal comfortabel bij.
Russische eigenaren, Georgische oliemiljardairs, transferverboden, ontslagen trainers, spelers die komen en gaan als figuranten in een soap. Vitesse heeft het allemaal meegemaakt. Maar dit was geen soap meer. Dit werd bijna een tragedie. Een echte. Het soort waarbij het doek definitief valt en er geen toegift meer komt.
Want Vitesse stond op de rand van de afgrond. De club was bijna geen betaald voetbalclub meer. Bijna failliet. Bijna geschiedenis. Het soort 'bijna' waarbij je hart even stopt, waarbij je adem stokt, waarbij je beseft dat dit het dan was. Einde verhaal. Geen vijfde akte meer.
Een club die ooit de KNVB-beker won, die in Europa speelde, die droomde van meer. Bijna weggevaagd door financiële chaos, wanbeleid en eigenaren die verdwenen als sneeuw voor de zon. De licentie hing aan een zijden draadje. De toekomst was onzeker. Spelers vertrokken. Trainers vertrokken. Iedereen die kon springen, sprong van het zinkende schip.
Behalve één groep. Eén groep die bleef staan op de tribune, die bleef zingen, die bleef geloven ook al was er weinig om in te geloven. De supporters. Het publiek dat geen publiek meer was, maar familie. Familie die je niet in de steek laat, ook niet als het huis in brand staat.
En tegen alle verwachtingen in, tegen alle logica in, overleefde Vitesse. De club kreeg een reddingslijn, een nieuwe kans, een nieuw begin. Maar de littekens blijven. Je ziet het in de ogen van supporters die weten: we zijn er nog, maar het scheelde niks. Het scheelde niks.
Het drama zit diep. De spanning blijft hangen. Want in dit theater weet je nooit of het een blijspel of treurspel wordt.
Acte III: Climax – Het Hart van de Voorstelling
En dan ben je er. In de buik van het beest. In het hart van het theater waar vanavond voetbal wordt gespeeld.
Een avondwedstrijd hoort spanning op te roepen. De duisternis hoort plaats te maken voor vier torenhoge masten die het groene veld in een badje van licht zetten. Supporters horen van kilometers ver die lichtbundels te zien en te denken: "Daar, dáár moet ik zijn."
Maar GelreDome heeft geen lichtmasten.
Geen bakens in de nacht. Geen stille getuigen van duizenden matchen. Nee, de verlichting komt van binnen, uit het plafond, alsof je naar een indoorfutsaltoernooi kijkt maar dan met een groter budget en betere akoestiek. Want dat moet gezegd: de akoestiek is uitstekend. Het is tenslotte een theater.
Voetbal hoort gevaarlijk te zijn. Onvoorspelbaar. Als het leven zelf, maar dan met een bal en twee doelen. GelreDome voelt als voetbal op recept: driemaal daags tijdens de maaltijd, niet op lege maag.
De tribunes vullen zich. Geel en zwart. Vlaggen zwaaien. Spandoeken worden ontrold. De Vitesse-supporters doen wat ze altijd doen: ze zijn er. Massaal. Luidruchtig. Trouw. Ze zingen alsof ze kampioen kunnen worden, terwijl iedereen weet dat dit seizoen overleven al een overwinning is.
Het fluitje klinkt. De bal rolt. En voor negentig minuten, of langer als de scheidsrechter zich verveelt, speelt zich een verhaal af. Soms mooi, soms lelijk, altijd onvoorspelbaar. Maar dat is voetbal. Dat is waar we voor komen.
Alleen jammer dat het in een theater moet.
Acte IV: Vallende Spanning – De Nick & Simon Ervaring en Het Besef
Ik moet bekennen: mijn eerste kennismaking met GelreDome was niet tijdens een voetbalwedstrijd. Nee, ik was hier voor een concert. Een concert van Nick & Simon. Hoe ik daar verzeild raakte? Laat ik het erop houden dat bepaalde momenten in je leven niet uit te leggen zijn, alleen te overleven.
Nick en Simon. Het Nederlandse antwoord op Simon & Garfunkel, als Simon & Garfunkel waren opgegroeid in Volendam en hun teksten hadden laten schrijven door een algoritme dat alleen Nieuwe Revu leest. The Sound of Silence vervangen door Rosanne, Bridge Over Troubled Water ingewisseld voor... nou ja, ik weet niet eens meer wat ze zongen. Mijn geheugen heeft die avond geblokkeerd als een trauma.
Maar ik herinner me dit: ook toen voelde het als theater. Zelfs tijdens dat concert dacht ik: dit is geen echte beleving. Dit is een voorstelling. Een act. Nepheid verpakt in een dak dat open kan, maar die avond dichtbleef.
En nu, jaren later, zit ik hier weer. Voor voetbal dit keer. Maar het gevoel blijft hetzelfde. GelreDome is geen stadion. Het wil geen stadion zijn. Het noemt zichzelf trots "het grootste theater van Nederland" en daarin schuilt de hele grap, de hele ironie: ze hebben gelijk.
Dit is een theater. Een parodie op een voetbaltempel. Een schouwburg waar echte emoties worden gespeeld in een neppe setting. Waar echte supporters komen voor een club die door kunstmatige beademing in leven wordt gehouden.
Het besef daalt neer als het dak dat vanavond gesloten blijft: Je moet stoppen met verwachten dat dit iets is wat het niet is. Je moet de grap begrijpen. De ironie omarmen. Anders wordt het alleen maar pijnlijker.
Acte V: Ontknoping – Het Publiek Verdient Beter (En Krijgt Het Toch Niet)
Maar dan kijk ik om me heen. Naar de tribunes. Naar de mensen die hier zijn. En dan treft het me, harder dan een sliding van achteren: Het publiek is het enige echte hier.
In dit theater vol nep, vol acts en drama, zijn het de supporters van Vitesse die oprecht zijn. Die door alle transfers, schandalen, bijna-faillissementen en degradaties heen hun club blijven steunen. Die avond na avond verschijnen, massaal, luidruchtig, positief, ondanks dat het stadion meer wegheeft van een IKEA-hal dan van een voetbaltempel.
Ze weten dat dit team nooit kampioen wordt. Ze weten dat de beste spelers elk seizoen vertrekken. Ze weten dat elke maandag weer nieuwe ellende kan komen. En toch. En toch komen ze. Ze zingen, ze springen, ze moedigen aan alsof er alles op het spel staat.
Dat is geen theater. Dat is geen act. Dat is echt.
Dat is liefde voor een club die het niet altijd makkelijk maakt om van haar te houden. Dat is trouw aan een shirt, een stad, een gevoel. Dat is blijven staan wanneer anderen allang zijn weggelopen. Dat is doorgaan terwijl je weet dat de finish misschien nooit komt, maar de reis zelf al genoeg is.
Eerbied. Puur, oprecht, diepgevoeld respect voor iedereen die hier komt, seizoen na seizoen, wedstrijd na wedstrijd. Voor iedereen die bleef toen de club bijna ophield te bestaan. Voor iedereen die zingt alsof Vitesse Liverpool is, terwijl ze weten dat het Vitesse is en dat dat genoeg is.
Jullie zijn geen publiek. Jullie zijn geen toeschouwers van een klucht. Jullie zijn supporters. Echte supporters. En dat is het mooiste, het zuiverste, het meest authentieke aan deze hele bizarre theatrale ervaring.
GelreDome mag dan een parodie zijn op een stadion. Vitesse mag dan FC Hollywood heten. Maar jullie? Jullie zijn echter dan echt. En dat verdient meer dan een theater. Dat verdient een tempel.
Het doek valt. De lichten gaan aan. De mensen stromen naar buiten, langs de posters van Snollebollekes en Bruce Springsteen.
En ergens, in de stille gangen van dit vreemde gebouw, klinkt nog na: Een echo van gezang, van trouw, van liefde voor een club die bijna verdween maar bleef bestaan dankzij hen die nooit weggingen.
Tot de volgende voorstelling.
Met een glimlach (en enorm respect),
De Stadionautist