Bezocht datum
Sommige voetbalstadions vragen geen aandacht, maar verdienen meer. Ze staan daar gewoon. Tussen de huizen, tussen het verleden en de vergetelheid. Het Stedelijk Sportstadion Hasselt, thuishaven van Sporting Hasselt, is er zo eentje. Geen voetbaltempel, geen architectonisch hoogstandje, maar een stadion met karakter. En dat trekt me aan.
Ik was in de buurt en besloot een poging te wagen. Niet voor een wedstrijd, want die werd er die dag niet gespeeld, maar voor een blik. Voor het gevoel. Het hek stond op een kier, niet écht open, maar ook niet gesloten genoeg om me tegen te houden. Voor een groundhopper is dat een fluisterzachte uitnodiging. Dus ik gleed naar binnen, voetje voor voetje, alsof het stadion me niet mocht horen.
Binnen vond ik precies wat ik hoopte. Een hoofdtribune met de charme van een andere tijd, betonnen staanplaatsen die het allemaal al eens hadden gezien, en een grasmat die er opvallend verzorgd bij lag. Midden in een woonwijk, waar huizen uitkijken op een veld dat ooit zinderde van het leven, maar nu zwijgt.
Tijdens mijn eerste ronde ontmoette ik een man die al bij de eerste stap over het veld herkend kon worden als de groundsman. Het soort man dat het stadion kent als zijn broekzak, en elke grasspriet bij voornaam begroet. Hij keek me aan; geen argwaan, alleen nieuwsgierigheid. Ik legde kort uit wat ik deed, waarom ik hier was. Een groundhopper, op zoek naar stadionromantiek. Hij knikte, glimlachte. "Kijk gerust nog even rond."
En dat deed ik. Alsof ik door een boek bladerde dat alleen ik kon lezen. Geen toeschouwers, geen fluitje, alleen het zachte ruisen van de wind door een verlaten zittribune.
Toen ik tien minuten later weer bij het hek aankwam, was de situatie veranderd. Waar eerder ruimte was, zat nu een extra hangslot. Blijkbaar had mijn stille aanwezigheid alarmbellen doen rinkelen. Of misschien was het gewoon pech. Hoe dan ook: ik zat vast. En dat niet symbolisch.
Een korte inspectie leerde me dat ik nergens anders uit kon. Maar stadions hebben buren, en waar buren zijn, is soms een redding nabij. Een vriendelijke buurtbewoner bleek mijn sleutel tot de vrijheid. Met een glimlach en een paar woorden op zijn Vlaams hielp hij me uit het stadion. "Ge zyt niet de eerste, hé." En ik geloofde hem meteen.
Het Stedelijk Sportstadion is het thuishonk van Sporting Hasselt, een club die in 2001 ontstond uit een fusie van Kermt en Koninklijke Sporting Hasselt. Tegenwoordig speelt de club in de tweede amateurklasse van België, ver buiten de spotlights, maar diep verankerd in de stad en haar inwoners. Het stadion weerspiegelt dat perfect: geen opsmuk, maar geschiedenis. Geen glorie, maar echtheid.
En hoewel ik geen wedstrijd heb gezien, was mijn bezoek allesbehalve betekenisloos. Voor groundhoppers is het Stedelijk Sportstadion in Hasselt een verborgen parel tussen de huizen. Misschien niet heel bekend, niet groot, maar vol karakter. Soms vertelt een leeg stadion meer dan negentig minuten ooit kunnen. Soms is een hek op een kier het begin van een avontuur dat eindigt met een extra hangslot… en een herinnering die beter vastzat dan het slot aan het hek.